Op deze pagina staan, puntsgewijs en vanuit een Nederlands perspectief bekeken, de hoofdpunten van de militaire geschiedenis.
Militaire Historiografie
Militaire Historiografie
19e eeuw
-
Krijgsgeschiedenis
ging alleen over de gevechten zelf
-
Functie Mil.
Gesch. = NL heeft glorierijk verleden
-
Vaderlandslievend
-
Band tussen
glorieus verleden en heden
-
NL niet gevochten
alleen in de koloniën
-
Generale Staven
binnen het leger vinden dat militaire geschiedenis onderzocht moet worden
-
Militaire bladen
gingen alleen over de operaties en waren alleen geschreven voor militairen zelf
1918
-
Veel verandering
in Mil. Hist. maar niet in NL
-
Verwerking WO I
-
NL was neutraal,
na WO I terug naar oude geschiedschrijving gedaan door officieren
-
Ontstaan kloof
Mil. en Soc. geschiedschrijving
1940
-
Ook opschrijven
actuele militaire geschiedenis
- Begin Groene Serie (De Strijd op Nederlands grondgebied tijdens Wereldoorlog II):
objectief, eerlijker, minder doorspekt met nationale trots, stafstudie, droge opsomming
1945
-
Nieuw instituut
met interesse voor Indië
-
Dr. Jan Willem Wijn eerst academicus binnen militaire geschiedenis, stelt
bredere vragen
-
Internationale
samenwerking met Commission Internationale d'Histoire Militaire (bestond al
eerder)
-
Oprichting apart
instituut voor Marine
Jaren ’50
-
Groene Serie over
WO II , karakter van een stafrapport, droog stuk
-
Mil.
geschiedschrijving blijft ‘krijgsgeschiedenis’, alleen voor en door militairen.
Dat zijn de deskundigen
1961
- Ontstaan historiografie luchtmacht
Eind jaren ’60 begin ’70
-
Binnen Defensie
wordt contact met academische wereld gemist bij Mil. geschiedschrijving -->; geschoolde burgers opgenomen (wel vaak reserve officieren)
-
Binnen
academische wereld afkeer van Defensie. Afkeer van kernwapens en oorlog.
Kritisch t.o.v. Amerika (als gevolg van de oorlog in Vietnam)
-
Belangstelling
van sociologen groeit
Nieuwe Militaire
Geschiedenis
-
Alleen verbreding
van de vragen over relatie krijgsmacht opbouw en oorlogsvoering, ervaringen van
individuen
-
i.p.v.
operationele geschiedenis: bredere geschiedenis met een breder kader
-
Militaire
Geschiedenis onderdeel van algemene geschiedenis
-
Doorbraak jaren
’90 met proefschriften over militaire onderwerpen
-
Na Koude Oorlog
verandering van taken van het leger, ook binnen krijgsmacht meer aandacht voor geschiedschrijving
Vroeg Moderne Tijd
1500-1789
Militaire Revolutie
M. Roberts (jaren 50)
-
Verandering in
wijze van oorlogsvoering
-
Vuurwapen
verantwoordelijk voor: gevechten op afstand, andere formaties en kleinere
eenheden
-
Meer discipline
vergt meer investering, effect op samenleving groeit
-
Maurits had
(samen met Gustaaf Adolf) één van de modernste legers
-
Niet alleen het
vuurwapen zorgde voor de veranderingen maar ook het wetenschappelijk proces bij
de ontwikkeling van het vuurwapen
-
1550-1560
J. Parker
- Zet zich af tegen Roberts
- Spanje liep niet achter
- Periode 1500
- Nieuw soort vesting systeem
(Trace Italienne)
- Zwaartepunt verschuift naar
verdediging
- Vestingen vereisen grotere
legers om te belegeren en te verdedigen
- Dit vind ook plaats in de
Republiek
O. van Nimwegen
- Meerdere Revoluties
1.
Trace Italienne
2.
Tactische Revolutie (vuurwapen)
3.
Organisatorische Militaire Revolutie
4.
Ontstaan staande legers
Organisatorische Militaire
Revolutie
-
Tot 1560 alleen
huurlingen
-
1650-1789,
huurlingen in staand leger met nauwere relaties met de Staat
-
1500:
verschuiving van dominante ruiterij naar dominant voetvolk
-
Landsknechten
vechten als Zwitsers (piekeniers in hechte formaties), dit wordt overgenomen
door andere landen
-
Militair
ondernemerschap: overheid bemoeit zich niet met het leger -->; uitbesteed aan ondernemers
-
Leger bestaat uit
regimenten (3000-5000) onderverdeeld in vendels (200-500)
-
Nederlanden
(opstandelingen) gebruiken kleine groepjes militairen om ze onder controle te
kunnen te houden
Veranderingen in Tactiek
-
Meer discipline
gewenst omdat herladen vuurwapen lang duurt
-
Salvovuur in
gesloten formaties (Willem-Lodewijk geestelijk vader)
-
‘Checkerboard’-formaties
in 3 linies met kleinere eenheden, als één onderdeel vlucht kan het ontstane
gat makkelijk opgevuld worden
-
Piekeniers zorgen
voor bescherming schutters
-
Continue
geweervuur d.m.v. salvo’s
-
Ruiterij: mobiele
vuurkracht, kleine acties, juiste moment afwachten om slachting te veroorzaken
Belegeringsoorlog
-
Kanonnen konden
beter verplaatst worden door affuit met wielen en waren zodoende gevaarlijker
-
Trace Italiennen
is de oplossing. Lage dikke muren met kanonnen op vijf punten die elkaar dekken
-
Bastionnen muren
laag met aarden wal
-
Belegering met
loopgraven en artillerie beschietingen om verdedigend geschut uit te schakelen,
daarna eventueel stormloop
Organisatie Staatse leger
-
Compagnie is de
basis
-
Nieuwe band leger
en politiek
-
Ieder gewest
stelt aanvoerder aan (per gewest)
-
Kapitein v/d/
Unie mag naar eigen inzicht vacatures invullen
-
Betaling troepen
geschiedde via gewestelijke betaalkantoren die soldijbrieven uitschreven voor
de kapiteins
-
Particuliere
geldschieters voor de regering om financiële buffer te creëren
-
Officieren: bijna
altijd van adel, iedereen met een ambt binnen de compagnie is officier, geen
formele hiërarchie, leidden persoonlijk de troepen tot de dood
-
Bataljon is
tactische formatie van compagnieën binnen het regiment
-
Kapiteins
verantwoordelijk voor onderhoud van de compagnie met geld van het gewest
-
Op sterkte houden
van compagnie is ook taak kapitein
Ronselen
-
Contract
afgesloten m.b.t. duur en betaling
-
Marktwerking,
vraag en aanbod
-
Tekenen contract
betekent verplicht dienst nemen
Er werd veel gefraudeerd met
sterktecijfers van de compagnieën omdat de kapiteins het extra opgestreken geld
nodig hadden voor noodgevallen. De regering was hiervan op de hoogte omdat het
haar schuld was dat er te weinig geld werd betaald aan de kapiteins.
Organisatorische Revolutie
Staatse leger
-
Overheid gaat
officieren compenseren voor de verliezen
-
Gezondheidszorg
militairen wordt geregeld door de overheid (veldhospitalen)
-
Overheid verzorgd
broodleveranties (broodmagazijnen)
-
Betaling soldij
werd op redelijke termijn gedaan door de overheid
-
Invoering
discipline (onder Maurits en Willem III)
Soort soldaten in 17e
eeuw en verandering in strijd
-
Piekeniers
(aantal neemt af in 17e eeuw, in 18e eeuw afgeschaft)
-
Musketier,
lontselgeweer (dooft bij regen, makkelijk te zien en te ruiken)
-
Grenadier (nog
niet gebruikt in het open veld, wel belegering), maakt gebruik van
vuursteengeweer
Bajonet maakt piek overbodig.
Degen puur psychologisch element.
Vuursteengeweer maakt
efficiëntere manier van schieten mogelijk: pelotonvuur.
Op de plaats herladen werd
mogelijk door opsplitsing in pelotons. Ieder peloton schoot op zijn beurt
waardoor een voortdurend salvovuur mogelijk werd. Peloton opgesplitst in drie
gelederen. Per gelid vuren --> gelederenvuur.
De slagvelden werden steeds
groter als gevolg van wedloop grotere legers. Forceren van een beslissing werd
vrijwel onmogelijk op een slagveld.
Belegeringsoorlog
Aanval bastion d.m.v.
parallellen. Op uiterste afstand van kogel, eerste parallel. Halverwege tweede
parallel. Derde parallel ligt op 50 meter van bastion. Het graven werd
ondersteund door artillerie die de kanonnen op de vesting uitschakelden. Daarna
sappen richting de bedekte weg (omloop vesting) en die innemen d.m.v.
geweervuur en handgranaten.
Overige
Eind 17e eeuw
invoering: uniformen en staande legers. Deze laatste verdwijnt
weer eind 18e eeuw.
Lange 19e eeuw
Gevolgen Franse Revolutie
-
Invoering leveé
en masse (1793), was een noodgreep als gevolg van een tekort aan
vrijwilligers, staat het had recht de burgers op te roepen ter bescherming van
de staat, kiesrecht in ruil voor dienstplicht
-
Deel v/d bevolking
werd ingezet t.b.v. het leger (wapenmakers, uniformmakers, verpleging)
-
Leger werd school
der natie
-
Omvang leger
groeide
-
Meer middenklasse
-
Democratisering
officierskorps, meer talent
Organisatie van het leger
(Napoleon)
-
Ontstaan
legerkorpsen (inf., art., cav. in één korps)
-
Legerkorps
zelfvoorzienend
-
Leger leeft v/h
land, magazijnen verdwijnen
-
Legerkorpsen
opereerden onafhankelijk van elkaar op max. 50 km afstand
-
Legerkorpsen
komen op afgesproken plek samen om slag te leveren met de vijand
-
Generale Staf ontstaat
en zorgt voor samenwerking legerkorpsen
Strategische verandering
-
Veldslagen worden
beslissend (i.p.v. belegering)
-
Bewegingsoorlog:
1.verrassing (vanuit verschillende punten naar één punt), 2. via binnenlijnen
(tussen de legeronderdelen wurmen), 3. omsingeling om aanvoerlijnen af te
snijden
-
Dienstplichtig
leger goedkoper, niet zuinig zijn met troepen
Tactische verandering
-
Overgang op
colonnes, minder vuurkracht maar wel mobieler, eerst vuren daarna stormloop met
bajonet
-
Tirailleurs,
gespreide orde, doel:officieren omleggen --> chaos veroorzaken
-
Meer aandacht
voor artillerie
Verandering doel
oorlogsvoering
-
Totale
vernietiging van vijandelijke legers, uitschakelen van staten, veroveren van
Europa
-
Totale
oorlogsvoering (hele bevolking ingezet)
De verandering, doorgevoerd
door Napoleon, worden ook in andere staten overgenomen. Alle legers in Europa
groeien enorm. Dienstplicht wordt niet overal overgenomen. Wel de strategie --> vernietigingsoorlogen.
Na 1815 wordt alles
teruggedraaid naar de oude norm (restauratie 1815-1848). Dienstplicht verdwijnt
want de staten zijn niet bereid kiesrecht te geven in ruil voor dienstplicht.
Daarbij was de dienstplicht uitermate impopulair. Tactiek en Strategie
blijven hetzelfde.
Pruisische Militaire
Revolutie
-
Herinvoering dienstplicht
maar niet inruil voor kiesrecht
-
Gebruik producten
Industriële Revolutie, spoorwegen (Von Moltke, snellere mobilisatie, na aanvoer
haperde logistiek wel) en telegrafische lijnverbindingen (regering kan
overleggen met bevelhebber aan het front)
-
Ontwikkeling
Generale Staf, voorbereiding oorlog, leidden van operaties en overleg met
regering tijdens oorlog, verbetering officiersopleiding (Kriegsspiele, niet
alleen Junkers)
Effect Pruisische
Militaire Revolutie
-
Dienstplicht
vrijwel overal ingevoerd zonder kiesrecht
-
Beroep op
nationalisme, verdediging van het vaderland
-
Burgerschap wordt
verwant aan dienstplicht
-
Spoorwegen t.b.v.
mobilisatie
-
Professionalisering
officierskorps
-
Ontwikkeling
Generale Staven
-
Bewegingsoorlog
blijft, wordt de norm in Europa
Producten Vuurwapen
Revolutie (1850)
-
Getrokken loop:
gedraaide groeven in loop zorgen voor preciezer vuur
-
Patroon:
ontsteking, kruit en kogel in één patroon, sneller vuren mogelijk
-
Achterlader:
patroon aan achterkant van loop ingebracht, soldaten kunnen makkelijker
herladen (hoeven niet te staan)
-
Vuursnelheid,
accuratesse en draagkracht gaan omhoog
-
Repeteergeweer
(1850) waardoor 5 kogels in één keer geladen kunnen worden
-
Kleinere patronen
(1900) waardoor er meer patronen meergenomen kunnen worden
-
Rookslagkruit
(1900?) zorgt voor minder rookontwikkeling op slagveld
-
Vuurkracht groeit
enorm
-
Artillerie: ook
achterlader met getrokken loop, zelfde verbeteringen. Vanaf 1870 stalen loop
i.p.v. bronzen, daardoor kan er met zwaardere kogels gevuurd worden
-
Sluitmechanisme
voor artillerie zorgt ervoor dat er vaker achter elkaar geschoten kan worden
-
Machinegeweer,
600 schoten per minuut d.m.v. patroongordel
Door deze veranderingen is de
verdediger in het voordeel gekomen t.o.v. de aanvaller. Hierdoor ontstond de
vraag of er nog wel een aanval kon worden uitgevoerd.
-
Blok: Met toename
van de vuurkracht is de aanvalsoorlog onmogelijk geworden
-
Generale Staven:
Aanvalsoorlog moeilijk maar wel mogelijk door gebruik van: veel artillerie,
open formaties, benadrukken van moreel.
Andere oorlog door vergroting
vuurkracht.
De Grote Oorlog
(1914-1918)
Er werden verschillende
dingen geprobeerd om de ontstane patsstelling te doorbreken.
Totale Oorlog
-
Burgerdoelen
aanvallen (m.b.v. zeppelins, marine en vliegtuigen), burgers maken wapens en
zijn daarom ook militairedoelen
-
Blokkade om
Engeland uit te hongeren
-
U-Boten tegen
Britse blokkade, vanaf 1917 onbeperkte duikbootoorlog --> ook neutrale transportschepen aanvallen
Grondoorlog
-
Doorbreken van
frontlijn met massale kracht (geallieerden)
-
Slijtage van de
vijand belangrijker dan terreinwinst
-
Artilleriebarrage
om vijandelijke linies te verzwakken, mocht het effect niet direct komen --> langer bombarderen
-
Meer soldaten
inzetten bij aanval
-
Tourniquet-systeem:
Fransen draaien divisies door van achter het front naar voren en weer terug om
ze niet te lang aan het front te houden
-
Hindenburg en
Ludendorff elimineren alle civiele invloed in Duitsland, alles t.b.v. van de
oorlog
-
Oorlogsmisdaden
om moreel te slopen
Tactiek
-
Meerdere
loopgraven achter elkaar verbonden door communicatie loopgraven, soldaten niet
altijd in voorste loopgraaf
-
‘Trenchraids’ om
erachter te komen hoe de vijandelijke loopgraaf in elkaar zit
-
Verdediger wordt
steeds sterker, heeft korte aanvoerlijnen, kan aanval inkapselen en laten
uitdoven
-
Aanvaller wordt
steeds zwakker, de aanvoerlijnen worden steeds langer, wordt aan drie zijden
omgeven door vijand
-
Stormtroepen:
elite met moderne wapens om door de loopgraven heen te stoten en achter de
linies te komen, ‘zachte doelen’ aanvallen om verdediging te breken. SAMENHANG
VERSTOREN
-
Elastische
verdediging: vijand laten komen en laten verspreiden, dan in combinatie met
artillerie massaal aanvallen en terugdringen tot oude linies
Techniek
-
Tanks: rupsband,
pantser en veel vuurkracht, over loopgraven en door prikkeldraad, zeer
kwetsbaar en niet snel
-
Vlammenwerper
(1916): dodelijk en mobiel
-
Helm (1916)
-
Transport
(vrachtauto’s e.d.)
-
Mitrailleur
-
Mortier,
heruitgevonden, schiet in stijlbaan
-
Mijnenwerper (zie
mortier)
-
Gas
-
Lichte
mitrailleur
Dit alles was niet
beslissend. De beslissing kwam door uitputting van Duitsland en de komst van
het frisse Amerika.
Totale Oorlog (WO II)
Wat is Totale Oorlog?
-
Hele economie en
bevolking (militairen én burgers) betrokken
-
Burgerdoelen
werden niet ontzien
-
Geen grenzen aan
extreem geweld
-
Mondiale oorlog
-
Existentieel
conflict (overleven)
-
Doelstellingen
zijn grenzeloos
Burgers
-
Grens burgers en
militairen valt weg.
-
Burgers worden
doelwit v/d oorlogsvoering
-
Militairen worden
beschermt door oorlogsrecht, burgers niet
-
Legitimatie
burgerslachtoffers: ze werken in de fabrieken, ze vormen de bron voor de
soldaten
Oorlogseconomie
-
Overheid grijpt
diep in maatschappelijk leven
-
Alle krachten in
samenleving worden gemobiliseerd
-
Overheid regelt
productie
-
Bezette gebieden
worden leeggeroofd
Doelstellingen
-
Ideologisch
(Lebensraum, kruistocht voor democratie)
-
Veel propaganda,
perscensuur, demonisering tegenstander
-
Behoud of verlies
idealen (fascisme/communisme)
-
Existentie
(doorgaan totdat er één partij totaal vernietigd is)
-
Uitputting
economie, strijdkrachten en burgers van de tegenstander
Verloop
1.
1937, Japan
breidt uit, 1939 Duitse inval Polen (G-B en Fr. verklaren Duitsland de oorlog)
2.
Mei 1940 Duitse
veldtocht in Frankrijk
3.
Uitbreiding naar
Middellandse Zee (Suez) en Atlantische Oceaan (VS en G-B)
4.
Juli 1941
Uitbreiding in Europa --> Duitse inval Rusland
5.
December 1941
Pearl Harbor, snelle Japanse opmars in Azië
6.
Zomer 1942
Keerpunten: Midway (grote verliezen Japanse vloot), Noord Afrika (wordt
veroverd door de geallieerden), Stalingrad (6e Leger vernietigd),
Kursk (1943, tankslag)
7.
6 Juni 1944 D-Day
8.
8 mei 1945 Duiste
overgave
Vernichtungskrieg
-
Oorlog Oostfront,
misdadige en racistische oorlog --> tegen de Slaven
-
Anti-Bolsjewistisch
-
Anti-Semitisch
-
Uitroeiing
bevolking Oost-Europa
-
Niet alleen SS
maar ook ‘gewone’ militairen roeien uit
-
Jaren ’50 was er
een idee van tweedeling: SS wel, Wehrmacht niet, misdaden vonden plaats achter
het front. Dit beeld komt doordat de ooggetuigen toen de geschiedenis schreven
en dat zo deden dat het hun het beste uitkwam. Leger BDR moest ook schone
reputatie hebben om opgenomen te kunnen worden in de NAVO.
-
Jaren ‘70/’80
Duits onderzoek: “Wehrmacht net zo schuldig aan ‘Vernichtungskrieg’ als SS.”
Verklaring deelname
Wehrmacht aan massaslachting
-
Zit in Duitse
militaire cultuur (Duits officierskorps): autoritair, aristocratisch,
monarchaal, anticommunistisch, antisocialistisch, antiliberaal, antisemitisch,
anti-Slavisch en antidemocratisch
-
Missie Duitse
beschaving: Communisten en Joden afmaken
-
“Oorlogsrecht niet
van toepassing op Russen, ze hebben het zelf ook niet getekend.” Duitsland
heeft zelf echter wel ondertekend en begaat dus een misdaad.
-
Officieren mogen
doen wat ze willen tegen SU burgers die de wapens opnemen. Volgens het
oorlogsrecht mogen de burgers dit doen. Duitsland heeft er schijt aan.
-
Plicht van
militairen om verspreiders van het communisme om te brengen. Er wordt geen
onderscheid gemaakt tussen Joden en communisten.
-
Er is altijd een
reden om te moorden: Jood, communist, partizaan
Behandeling krijgsgevangen
Oostfront
-
Geen onderkomen,
slechte voeding
-
Wehrmacht
verantwoordelijk voor krijgsgevangenen
-
SS mag
krijgsgevangenen selecteren (om af te maken)
-
Krijgsgevangenen
ook naar fabrieken gestuurd (mag niet)
Strategische luchtoorlog
-
Dag en nacht bombarderen
van Duitse steden vanaf 1940
-
Lange termijn
effect
-
Burgers zijn ook
zinvol doelwit --> moreel en wil om de oorlog voort te zetten breken en zo de oorlog
beëindigen (THEORIE)
-
Afschrikkende
werking --> men durft land met
grote luchtvloot niet meer aan te vallen omdat de gevolgen groot zullen zijn
(THEORIE)
-
Britten hebben
geen andere mogelijkheid dan een strategisch luchtoffensief te starten, enige
wat ze te bieden hadden als tweede front
-
Duitse
oorlogsindustrie ’s nachts bombarderen
-
1941 blijkt uit
onderzoek dat het effect van de bombardementen nagenoeg nul is
-
1942 oppervlakte
bombarderen, ontwrichting van de beschaving in Duitsland, stad wordt doelwit
-
Amerikanen zijn
tegen het ‘area bombing’ en het ’s nachts bombarderen. Zij pleitten voor het
uitschakelen van de luchtmacht en daarna de fabrieken
-
B-17 ‘flying
fortress’, overdag vliegen met jagers als bescherming
-
Beoogde effect
blijft uit: industriële piek Duitsland was in 1944 en het moreel was niet
gebroken. Wel was de Duitse luchtmacht uitgeroeid.
-
Typische
uitputtingsoorlog
Koude Oorlog
Overzicht veranderingen
oorlogsvoering
DOEL:
-
Eerst beperkt:
beheersing gebieden en handel
-
Later onbeperkt:
vernietiging leger, economie en bevolking
-
Koude Oorlog:
voortbestaan wereld
-
Nu: beperkt
STRATEGIE:
-
Eerst:
verdediging gebied, militaire bezetting gebied
-
Later:
vernietiging strijdkracht
-
WO I en WO II
onbeperkt: vernietiging economie, bevolking
-
Koude Oorlog:
afschrikking, massale vergelding
-
Nu: samenwerking
civiel en militair
OPERATIONEEL OPTREDEN:
-
Eerst: belegering
-
WO I en WO II:
massale aanval op verdediging zonder veldslagen
-
Koude Oorlog:
operationeel optreden is onmogelijk
-
Nu: Peace Keeping
TACTIEK:
-
Vroeg Moderne
Tijd: opstellingen op slagveld, artillerie
-
WO I en WO II:
ontwikkelingen techniek, luchtstrijd
TECHNIEK EN BEWAPENING:
-
Eerst: Pieken en
zwaarden
-
Later: Geweren en
kanonnen
-
WO I:
strijdgassen en vliegtuigen
-
WO II en later:
Bepantsering, mechanisering, raketten en ICT
OPBOUW STRIJDMACHT:
-
Eerst:
Infanterie, cavalerie
-
Veldartillerie,
genie, grotere verbanden
-
Bataljons
-
Fronten, legers,
korpsen
-
Nu: Alleen
brigade verband
COMMANDO:
-
Eerst:
Bevelhebber op het slagveld
-
Later:
Opperbevelhebber dicht bij de linies
-
WO I: Verder
achter de linies
-
WO II: Opperbevel
op één plek
-
Nu: Op plaats van
inzet
LEGER VORMING:
-
Eerst: huurlingen
per veldtocht
-
Ancien Regime:
permanente staande legers
-
Napoleon: militie
legers
-
Nu:
beroepskrijgsmacht
Koude Oorlog (1945-1991)
-
Totale oorlog
-
Niet gevochten
-
Onplanbaar
-
Versnelling
technologische ontwikkelingen
-
Einde in 1991 met
opheffing Warschaupact
-
Alomvattende
confrontatie tussen twee geïdeologiseerde grootmachten
-
Economisch,
cultureel en militair
-
Wereld omvattend
Eerste periode
-
Communistische
regimes in Oost-Europa
-
Invloed VS in
West-Europa
-
’48 inval
Tsjecho-Slowakije
-
’48-’49 luchtbrug
Berlijn
-
Wantrouwen van
beide partijen
-
Gezeik met
koloniën
Korea oorlog
-
Stalin zat achter
oorlog
-
Aanleiding voor
Europese bodgenoten om meer geld uit te geven aan verdediging
NAVO
-
Eisenhower en
Montgommory voeren het bevel
-
Bereiden Westen
voor op tweede WO II
-
1952 sleutel
jaar, Russen moeten dan aanvallen of helemaal niet
-
Strategie: 1.
voorwaartse verdediging, 2. bezit atoombom
-
Duitsland lid
NAVO 1955, eerste stap grote stap in voorwaartse verdediging
-
Afhankelijk van
wat de lidstaten bereid waren in te zetten
-
Internationale
oefeningen en trainingsmissies
-
“Capabilities and intentions” van Warschaupact
werden overdreven. Ze hadden geen 175 divisies en hadden geen offensieve
intenties
-
“Massive
Retaliation”: onmiddellijk grootschalige inzet van kernwapens in geval van
aanval
-
Twijfel of VS wel
komt helpen als het zover is
Warschaupact
-
Opgericht 1955
-
In jaren ’60
gemilitariseerd, NAVO als voorbeeld, meer offensieve wapensystemen, aanval is
de beste verdediging
-
Geen offensieve
intenties
MAD (Mutually Assured Destruction)
-
Alles of niets
-
Beperkte
(nucleaire-) oorlogen
Flexible Response Strategy
-
Bedacht door
MacNamarra
-
1. Direct
defense: aanval tegenhouden met conventionele middelen
-
2. Deliberate
escalation: inzet tactische nucleaire wapens
-
3. General
Nuclear response
-
Conventionele
wapens moeten sterk zijn anders atoomoorlog
-
Rationele maar
onzekere strategie: wanneer gaat men over tot kernwapens?
Nederlandse Strijdkrachten
-
Grote vloot,
tegen wens bondgenoten in, om grote taken uit te kunnen voeren
-
Landmacht werd
vanaf 1952 naar VS model opgebouwd: Legerkorps (1 parate en 4 mobilisatie
divisies. Verder territoriale troepen (ook tegen wens VS in) om luchtlandingen
af te kunnen slaan
-
Gericht op
NAVO-taken zowel nucleair als conventioneel
-
Marine: onderzeebootbestrijding
in Noordelijke IJszee
-
Landmacht:
Voorwaartse Defensie --> verder Duitsland in, kleinere eenheden (brigades), mechanische
infanterie
-
Luchtmacht:
geïntegreerde luchtverdediging d.m.v. raketten, vliegtuigen voor steun van
grondtroepen
-
Krijgsmacht in
stand houden door hem kleiner te maken en te verbeteren
Einde Koude Oorlog
-
SU voelde zich
bedreigt door raketschild van VS (SDI). VS niet kwetsbaar meer.
-
Technologie in
het Westen liep ver voor, was niet meer in te halen door SU.
-
Gorbatsjov had in
de gaten dat het niet langer door kon gaan
-
Reagan luisterde
naar Gorbatsjov
Vredes operaties
Waarneming (observation)
-
Passief
-
Geduldig
-
Groot
incasseringsvermogen
Vredeshandhaving (Peace keeping)
-
‘Blauwe’-missies
-
Bufferwacht
tussen strijdende partijen
-
Niet beschreven
in VN handvest (Chapter VI)
Vredesafdwinging (Peace enforcement)
-
Terugslaan indien
nodig
-
‘Groene’-missies
-
Beschreven in VN
handvest (Chapter VII)
Humanitaire
component maakt bovenstaande missies vaak lastig goed te volbrengen.
VN
-
NL is wantrouwend
t.o.v. VN, krijgt NL wel een stem binnen de VN? toch deelname want VN is een
forum waar men zaken kan bespreken
-
NAVO gaat voor NL
altijd voor VN (in theorie)
Korea (1950)
-
VS regelen
coalitie op basis van Chapter VII (peace enforcing)
-
Nederland heeft
er geen zin in (wederopbouw, afronding
Ned.-Indië) stuurt symbolische bijdrage maar later toch meer onder druk van VS
-
Eerste peace
enforcing test voor NL
-
Geen peace
enforcing maar oorlog!
-
Regering NL vond
het niets en besluit zich voortaan meer te richten op het Westen (NAVO-taken)
Stand-by Forces
-
Op aanvraag van
Hammarskjold moeten VN landen aangeven hoeveel troepen er beschikbaar worden
gesteld t.b.v. VN
-
Discussie in NL
tussen Bu-Za (voorstander: prestige, wegpoetsen koloniaal imago, VN kan NAVO-taken
makkelijker maken) en Defensie (tegenstander: NAVO-eisen, kost te veel,
juridisch in orde?)
-
Eerste inzet bij
UNEF (Egypte – Israël 1956), eerste ‘blauwe’-missie
-
Na jaren
patsstelling: 1963 mariniers worden stand-by uit lijfsbehoud
-
1968 NL grootste
aanbieder stand-by forces
Defensie
-
Moet landmacht
klaarstomen voor VN-missies (van Bu-Za)
-
Oefenen op
handhaven van de orde
-
Opleiding duurde
maar een paar weken en wordt door Defensie handig afgezwakt naar één dag, “NAVO
soldaat is al klaar voor de VN-missie!”
-
Defensie
saboteert opleiding (niet inenten, niet kijken of militairen vrijwilliger zijn
of niet)
Libanon (UNIFIL 1979)
-
Opnieuw discussie
Bu-Za (prestige, kunnen niet terugkomen op belofte) en Defensie (praktische
bezwaren: HQ is enclave, vredesmacht in Libanon niet aan de grens, missie
vrijwel onmogelijk, aanvoer moet vanaf Israël komen, waanzin, niet haalbaar)
-
Zij effecten: 1.
Maatschappelijke onrust; het waren dienstplichtigen, vakbonden en
vredesbewegingen bemoeiden zich ermee 2. Rol Parlement? toetsingskader aan
missies, geen instemmingsrecht
-
Na paar weken is
alle commotie verdwenen
-
Mandaat:
Voorkomen nieuwe gevechten, herstel Libanese autoriteit tot aan de grens met
Israël. Onhaalbaar!
-
Gevaar voor
escalatie is te groot, niet ingrijpen.
-
Het werd een
waarnemingsmissie
-
Israël valt weer
Libanon binnen VN mag niets doen
-
Missie wordt
langzaam afgebouwd, 1985 missie opgeheven
Defensie
was niet blij. Missie duurde 6 i.p.v. 1 jaar. Defensie wil voortaan
duidelijkheid over de duur van de missie.
Weggaan
is moeilijker dan komen: bondgenoten in de steek laten, internationaal
gezichtverlies.
Einde Koude Oorlog en verder (1991-????)
-
Hoofdtaak
krijgsmacht wordt uitzendwerk
-
Bestaansrecht
leger onderdelen in het geding
-
Marine: meest
geschikt voor uitzendwerk doordat schepen makkelijk inzetbaar zijn
(zelfvoorzienend, mobiel, sterk)
-
Luchtmacht: meest
geschikt voor uitzendwerk doordat vliegtuigen makkelijk inzetbaar zijn (snel,
mobiel)
-
Marechaussee :
meest geschikt voor uitzendwerk omdat zij de eigenlijke vredeshandhavers zijn
-
Landmacht: moest
grote omslag maken --> afdalen naar veredelde ‘groene’-politiemacht (was de vrees)
UNPROFOR (Joegoslavië)
-
Niemand durfde te
vechten in geval van problemen, farce
-
NL stuurt
Luchtmobiele Brigade naar Srebrenica
-
Rules of Engagement:
Minimum aan geweld (onduidelijkheid)
Gevolgen Srebrenica:
-
Politiek houdt
missies een tijdje af
-
Politiek legt
grotere nadruk op rol Parlement (toetsingskader), Parlement moet zo vroeg
mogelijk geïnformeerd worden
-
Krijgsmacht:
nooit meer ‘blauwe’-operaties, kunnen ze niets mee. Liever ‘groen’, daar kunnen
ze meer mee
-
Risico-element
wordt belangrijk, is het niet te gevaarlijk?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten